Totaal aantal pageviews

dinsdag 16 april 2013

Zwartkop [Sylvia atricapilla].

Duits: Mönchgrasmücke, Engels: Blackcap.
Zwartkop, man.
De belangrijkste kenmerken van een Zwartkop zijn: vrij stevig gebouwd, grijs-bruin vogeltje met een spitse snavel, ter grootte van een Koolmees. Het mannetje heeft een zwarte "pet"en het vrouwtje een rood-bruine. Ook de jonge vogels  hebben een rood-bruin petje. Dit zijn de meest herkenbare verschillen tussen man en vrouw Zwartkop. In de winterperiode verblijven ze in zuidelijk Europa, Engeland, Noord Afrika, maar ook een deel blijft in ons land. Vooral in zachte winters.

Van maart tot november zijn ze hier regelmatig te zien in  tuinen en parken. In deze omgeving vinden ze ook hun broedgebied. In de dichte ondergroei, het liefst met doornstruiken. Het nest bestaat uit droge plantendelen, stengels en fijn wortelmateriaal. Maar ook worden er mossen in verweven. Als afwerking van de nestkom wordt vooral paardenhaar gebruikt. Gewoonlijk liggen er 4-5 grauw-bruin gespikkelde eitjes in het nest. Zelden meer.
Zwartkop, man. Zingend.
 
 
 
 
Zwartkop.
Het paartje broedt 2 keer in mei tot juli. Na de leg van het laatste ei begint het broeden en de jongen komen na ongeveer 12-13 dagen uit het ei en worden na het uitvliegen nog 10-11 dagen door beide ouders gevoerd.
Deze foto'svan het mannetje zijn afgelopen zondag bij ons in de tuin gemaakt. Het mannetje heeft hier slechts 1 dag vertoefd. De foto van het vrouwtje is vorig jaar gemaakt bij Tetjehorn.


Zwartkop, vrouw.