Totaal aantal pageviews

maandag 21 november 2011

Ransuilen. [Asio otus]

Ransuilen op de roestplek in een vrijwel kale boom. 
De Ransuil is een prachtige vogel om te zien, alleen je ziet ze niet zo vaak. Als het begint te schemeren zie je ze uit de zgn. "slaapboom of roestboom" vliegen als ze op jacht gaan naar muizen binnen of buiten de bebouwing. Deze bomen zijn vaak een Taxus of een boom die bekleed is met klimop. Je ziet ze niet vaak in een kale boom, zoals op de foto boven in een Linde.
De Ransuil is een vogel met een lengte van 30 tot 37 cm. Hij heeft een spanwijdte van 85 tot 95 cm. Ook kunnen ze onderling verschillen als de vogels op een tak in een boom zitten. Soms zie je een forse "volle" vogel, terwijl de vogel die ernaast zit een slanke, gestrekte vogel is. Dit heeft niets te maken met een oudere of een jonge vogel, het is gewoon de zithouding. Een gestrekte houding / slank / dun, betekent een alerte houding. Je word dus in de gaten gehouden. Een "volle" houding betekent, op zijn gemak.
Uitrusten na een vochtige nacht.
Bovenstaande foto toont een Ransuil die de afgelopen nacht op jacht is geweest. Het was die nacht nevelig en mistig en dan zien de vogels er niet op hun fraaist uit. Maar de veren drogen wel weer in de loop van de dag. Er zijn meer uilensoorten met zgn. "oortjes". Dit zijn geen echte oren, maar rudimentaire oorpluimen. Na de Oehoe heeft de Ransuil de grootste oorpluimen. Ook de Velduil [Asio flammeus] en de Dwergooruil [Otus scops] hebben de oorpluimen. De laatst genoemde zul je hier niet aantreffen. Deze vogel komt voor boven de bomengrens. De Oehoe broedt al enkele jaren met succes in Zuid Limburg. De Ransuil komt in heel Europa voor, behalve op IJsland.
Een "forse" Ransuil.

Door de vorm van hun veren [vleugels en slagpennen] horen we ze niet vliegen, dus ook de prooidieren niet. Ze vliegen geluidloos, langzaam en enigzins met een schommelende vlucht door de avond en nacht. De  uiteinden van elke veer zijn bedekt met dons, die de luchtstroom opbreken in kleine luchtturbulenties. Deze sturen de luchtstroom in allerlei richtingen en kunnen er geen luchtgolven vormen.
 Hun legsel bestaat uit 3- 4 vaal-witte eieren en ze broeden 24-28 dagen.
De Ransuil broedt in oude nesten van roofvogels, kraaien en eksters. Soms worden er ook wel nesten gekraakt, die nog in aanbouw zijn. Na ongeveer 4 weken komt het eerste jong uit het ei en al na enkele dagen zijn de oorpluimen zichtbaar. De bedelroep van een jonge ransuil is van verre hoorbaar.


Een "slanke" Ransuil.
Als ze hebben gegeten, produceren ze minimaal 1 "Uilenbal" [braakbal van onverteerde haren en botjes] per dag. Deze braakballen kunnen interessante gegevens opleveren van hun voedsel, als je ze uitpluist. Dan moeten de ballen wel droog zijn. Probeer het maar eens, dan kun je leuke schedeltjes vinden en het is echt geen vies werk. Soms wordt er een nieuwe muizensoort ontdekt, die nog niet in een bepaald gebied bekend was.
Mochten jullie roesten van Ransuilen hebben gezien, ga dan heel voorzichtig te werk en meld ze bij: http://www.ransuileningroningen.nl/   

vrijdag 18 november 2011

Ruigpootbuizerd [Buteo lagopus] en Buizerd [Buteo buteo].

Ruigpootbuizerd.
Buizerd.
Gistermorgen scheen er eerst een bleek zonnetje, maar al spoedig werden de zonnestralen sterker. Echter in de middag zou de mist weer vanuit het zuiden komen opzetten. Dus er toch nog maar even op uit. Ik wist een plek, ergens in het Oldambt, waar je bijna zeker een Ruigpootbuizerd kon fotograferen. Toen ik er aan kwam zat hij midden op een stuk land met winterkoren. Te ver weg. Na ongeveer een uur wachten vloog hij dichterbij in een boom. Nog te ver weg. Na enige tijd werd hij verjaagd door een Buizerd en verdween naar een stuk ruigtegebied. Weg dus en ik ook. Naar een volgende plek en daar was het na 10 minuten raak. Een mooie plaat van een Ruigpootbuizerd en ook nog eentje van een Buizerd. In het veld is het verschil tussen de Ruigpootbuizerd en de Buizerd, het beste te zien aan de bevederde onderpoten. In de vlucht heeft hij een iets langere en smallere staart met een witte stuit en langere, smallere vleugels. De Buizerd heeft een brede,
donkerbruin tot zwarte eindband van de staart.
Bij Nieuwe Statenzijl zag ik vanuit de Kiekkaaste, op korte afstand, een paartje Wintertaling, waarvan het mannetje mooi uitgekleurd was. Een succes dag.
Mannetje Wintertaling.

woensdag 16 november 2011

Mist en nevel.


Doorkijk naar Polder Breebaart.
 De afgelopen 3 dagen werden beheerst door mist en nevel. Vooral het noorden van Nederland werd onder een wazige deken gelegd. Ook met zulk weer wil je even naar buiten om de sfeer te proeven en natuurlijk gaat de camera mee.
Konijnen paar in de Eemshaven.

Jonge Knobbelzwaan met ringnummer:  DV63-DV63.


dinsdag 1 november 2011

Drieteenstrandloper. [Calidris alba]

Drieteenstrandlopers in de verte.



Drieteenstrandloper. Rustend.
  
Drieteenstrandlopers in winterkleed.

Als je langs het strand of langs een dijkglooiïng loopt, zie je ze meestal wel in kleinere of grotere groepen foerageren. De Drieteenstrandloper. Een broedvogel uit de arctische gebieden. Tijdens de voor- en najaarstrek, maar ook in de winter, zie je ze veelvuldig. Zo ook langs de Schermdijk in de haven van Delfzijl. Het zijn parmantige, soms heel drukdoende vogeltjes, maar dan weer rustend en er is altijd één vogel die de wacht houdt. De vogel heeft een lengte van ongeveer 20 cm. Zijn winterkleed heeft een veel lichtere kleur dan zijn zomerkleed. Het meest opvallend in de zomer, is dan de donkere kop en borst. Op grotere afstand kan hij verward worden met andere, kleine steltlopertjes. Kijk maar eens naar de foto van de Bonte strandloper.[onder]




Bonte strandloper in winterkleed.
   
Drieteenstrandloper langs het strand.