Totaal aantal pageviews

maandag 24 december 2012

Fijne feestdagen.

Hallo, trouwe lezers en lezeressen,
Op deze manier wil ik jullie allen hele fijne feestdagen  en een goed, gezond en vooral leesrijk 2013 toewensen. Heel hartelijk dank voor het volgen van mijn blog.


Vrgr,
Ko Veldkamp.

woensdag 19 december 2012

Stormvogeltje. [Hydrobates pelagicus]

Het Stormvogeltje.
Wetenschappelijke naam: Hydrobates pelagicus
Engelse naam: Storm Petrel
Vogelgroep: Stormvogeltjes
Ook tot deze familie behoren o.a. Noordse stormvogel, Grote pijlstormvogel, Noordse pijlstormvogel, Grauwe pijlstormvogel, Kuhls pijlstormvogel en het Vaal stormvogeltje.
Stormvogeltje.
Kenmerken: Het is met zijn 16-19 cm de kleinste Europese zeevogel. Zijn spanwijdte bedraagt slechts 35-38 cm. De vogel is bijna geheel zwart met een opvallende witte stuit en lange zwart vleugels. De vleugels zijn donkerder dan het lichaam, met een licht streepje op de bovenvleugel. De ondervleugel vertoond een witte lengtestreep. Het Stormvogeltje beweegt zich snel boven de golven met korte glijvluchtjes. Hij volgt soms schepen en dwarrelt dan, met zijn zwarte hangende pootjes, als een vleermuis heen en weer tussen de hekgolven. Het lijkt soms net alsof  de vogel over het water loopt.
De vogel broedt langs de Europese kustlijn van de Atlantische Oceaan, van de Lofoten tot aan de Middellandse Zee. Ze leggen slechts 1 vaal wit eitje met soms bruinachtige steepjes en/of spikkels. Alleen in het broedseizoen komen ze in donkere nachten aan land en verder verblijven ze hun hele leven op zee. Ze leven o.a. van kleine kwalletjes, kleine visjes en kreeftjes, die al fladderend uit het water worden opgepikt. Evenals bij de andere soorten Stormvogels, hebben ze ook een "kokertje" boven op hun snavel, die dient voor de afvoer van zouten.

Stormvogeltje.
De Stormvogeltjes die hier aan de Nederlandse kust worden gezien, komen waarschijnlijk uit Noorwegen. Ze worden minder vaak gezien dan het Vaal stormvogeltje.
Op 28 oktober 2012 werd er een versdood, volwassen exemplaar gevonden langs de zeedijk van de Dollard. Dit was de eerste waarneming van deze soort voor het gebied Punt van Reide en de Dollard.

Onderstaand het resultaat van de preperateur.

Stormvogeltje in "volle glorie".




Duidelijk is het "kokertje"te zien.

 


Bronnen o.a.:
Wikipedia, SoortenBank.nl en ANWB Vogelgids van Europa.

donderdag 29 november 2012

Nog meer Pestvogels.

Onderstaand nog meer foto's van deze prachtige wintergast in Appingedam.


                      Afgelopen maandag slechts 1 vogel in Appingedam, maar wel fotogeniek.



dinsdag 20 november 2012

De Gaai. [Garrulus glaudarius]

Een Gaai bij de pinda's. 
De Gaai behoort tot de familie van de Kraai-achtigen en is de kleurigste vogel van de familie. Met zijn lengte van plm. 35 cm en een spanwijdte van 55-58 cm is het een vrij forse vogel.  Ze komen vooral voor in loof- en naaldbossen, parken en plantsoenen waar Eiken- en Beukenbomen zijn aangeplant. Hij broedt in deze bossen en dan vooral in oude eiken en beuken. Ook in parken en grotere tuinen is zijn goed verstopte nest te vinden.
De Gaai.
Dit najaar, 2012, zijn er ten opzichte van voorgaande jaren, weinig beukennootjes, hazelnoten en eikels. Toch het hoofdvoedsel van de Gaai. Ook de Meidoorn en de Gelderse roos vertonen weinig oranje-rode bessen. Trekvogels uit het hoge noorden eten de struiken leeg en trekken verder. Begin november was er een kleine influx van Pestvogels. Kramsvogels en Koperwieken waren talrijker maar zijn ook al grotendeels verder naar het zuiden gevlogen.
Dit najaar krijgen de Eekhoorn en de Gaai het moeilijker zonder de noten en vruchten. Een alternatief is er voor deze dieren niet en dus zullen ze aangewezen zijn op het voedselaanbod van de mensen. Ze zullen dichter bij de huizen komen om daar hun kostje op te scharrelen. Dus het wordt drukker op de voedertafels. Zo ook bij ons in de tuin. Ik gebruik zelf geen voedertafel, maar een wilgentak met veel zijtakken, die ik heb ingekort tot een redelijke boomstam. Hierin heb ik enkele gaten geboord om er [ongezouten] pindakaas in te smeren. Aan de ingekorte takken hang ik de pinda's en de vetbollen op. Sinds enkele weken ben ik weer begonnen met voeren en de beukennootjes, pinda's en hazelnoten zijn nu al niet aan te slepen. Soms zitten er 2 Gaaien bij de pinda's te eten, maar de beide Grote bonte spechten blijven even op veilige afstand.

Grote bonte specht [vrouw].
De Gaai legt in het najaar een wintervoorraad aan van beukennootjes en eikels. In deze voorraadkamers, die vaak onderaan een boomstam zijn te vinden, worden ook regelmatig pinda's gevonden die hij vanaf een voedertafel meeneemt. Om deze voorraadkamers op te bouwen, perst hij zijn krop vol en vliegt er mee weg.

De Gaai is zeer waakzaam, schrikachtig en schuw. Evenals andere leden van de kraaien-familie zijn het echte "rovers", behalve de Kauw. Ze lusten ook graag een eitje en een jong vogeltje.
Ondanks zijn wat brutale voorkomen, blijft het een prachtige vogel om te zien met zijn zeer opvallende blauwe spiegel.

Prachtige vogel met mooie, blauwe spiegel.

maandag 29 oktober 2012

Pestvogel [Bombycilla garrulus].



Pestvogel. [adult] Let op de lakpuntjes op de vleugel.
ZE ZIJN ER WEER!!
De mooiste wintergast in ons land: de Pestvogel. Deze mooie vogel met zijn opvallende, soms rechtopstaande kuif, overwegend lila-bruin verenpak, zijn gele eind-staartband en fel rode "lakpuntjes" aan het eind van de handpennen. De Pestvogel heeft de grootte van een Spreeuw, maar is duidelijk anders van kleur. Terwijl de Spreeuw meer zwart is heeft de Pestvogel een rossig-beigebruin verenkleed. Ze trekken veelal met Koperwieken en Kramsvogels.
5 van de 7 Pestvogels gisteren in de Eemshaven
De vogels broeden in het Taigagedeelte van noord Scandinaviƫ, met name in Noord Finland en Lapland,veelal hoog op een tak in naaldbomen. Het moet er vochtig zijn en ook moeten er in deze bossen veel baard- en korstmossen voorkomen. Deze mossen gebruiken ze o.a. als nestmateriaal.
Hap- Slik- Weg.
In sommige jaren komen ze in grote getale naar ons land en we spreken dan ook van een invasie, terwijl je in andere jaren geen enkele of soms een paar vogels ziet. Dit heeft alles te maken met het voedselaanbod in het broedgebied, maar ook de daar heersende, soms zeer lage temperaturen spelen een grote rol mee in hun trekgedrag. Dit jaar schijnt er weinig voedsel te zijn en daarom trekken ze vroeg naar zuidelijker oorden.
Het geluid dat ze maken klinkt als een klein, rinkelend glazen belletje. Vaak meerstemmig geluid als de groep opvliegt.
Pestvogel met zijn markante kuif.
Een prachtige vogel om te zien en je kunt ze dan ook vooral vinden op allerlei besdragende struiken, als: Gelderse roos, Meidoorn, Liguster en Duindoorn. Veelal zitten ze tijdens een rustperiode hoog in de struiken en bomen om het gebied goed te kunnen overzien.

zaterdag 20 oktober 2012

Goudknopje [Cotula coronopifolia].

Goudknopje.
Het Goudknopje komt oorspronkelijk uit Zuid Afrika. Deze plant groeit vooral in brakwater kustgebieden. Hij komt pas sinds 1972 in Nederland voor, het eerst in Flevoland. Later ook langs de Groningse kust, bij Nieuwe Statenzijl en de Friese kust bij o.a Ezumakeeg en bij de Volkeraksluis in Zeeland. Tegenwoordig groeit het plantje ook mee het binnenland in, zoals bij de Zaanse Schans. Het Goudknopje heeft vroeger ook op enkele Duitse en Deense waddeneilanden gegroeid, maar komt daar nu niet meer voor. Sinds de zomer van 2011 is de plant ook gevonden in Het Nationaalpark De Biesbosch. In 2004 werd hij op Texel ontdekt in het natuurgebied Waal en Burg en het Hoornder Nieuwland.
Plotseling stond er een veld vol met Goudknopjes in Waal en Burg. Toch is dat niet zo vreemd als je bedenkt dat de plantenzaden vaak verspreid worden door vogels, o.a. ganzen, en water. Als die op de modderige groeiplaatsen foerageren, plakken de zaadjes aan hun poten. Als ze dan ergens anders weer gaan voedsel zoeken, komen de zaden daar in de grond en onder gunstige omstandigheden kunnen ze daar ontkiemen. Waal en Burg staat bekend om zijn vele ganzen en andere watervogels.
Close-up van de bloem.
Als er koeien en paarden lopen, zoals in Ezumakeeg, dan kan een pootafdruk al voldoende zijn om de nieuwe plant in het volgend jaar te laten groeien en bloeien. Dat komt omdat er vaak water in de afdruk blijft staan en dat kan, mede door de mest, een goede voedingsbodem zijn voor het achter gebleven zaad. Het kan gebeuren dat er het ene jaar grote velden met planten staan terwijl er het jaar daarop slechts hier en daar een plant staat. De zaden kiemen niet in water.
Goudknopje is een echte pioniersplant. Hij komt voor op brakke tot zilte klei- en veengronden, die in de  winter onder water staan en 's zomers niet droog worden. Als er langere tijd te veel ijs ligt, sterven de plantjes af. De zaden overwinteren in de modder en in het voorjaar komen ze uit. Goudknopjes blijven groeien zolang de grond vochtig blijft. Als het te droog wordt sterven ze af. De hoogte van de planten ligt tussen de 10 en 50 cm. De gele bloemen bloeien van juli tot oktober, een beetje afhankelijk van het weer.
Leeftijd: Het Goudknopje is een eenjarige plant.
Stengels: De opgaande lichtgroene of bruine stengels zijn kaal. De stengeltoppen zijn niet bebladerd en elke stengel draag 1 geel bloemetje.
Bladeren: De bladeren zijn lijnvormig tot langwerpig en iets vlezig. Vaak hebben ze een gave rand, maar soms ook veerdelig. Aan de voet zit een wijde, stengelomvattende schede.
Bloemen: De alleenstaande bloemen staan op lange stelen. De gele bloemhoofdjes zijn 0,5 tot 1 cm breed.
Zaden: De zaden zijn wrattig. die van de randbloemen zijn gevleugeld. Ze hebben geen vruchtpluis.

 De plant is in 1972 ingeburgerd in ons land.  

maandag 8 oktober 2012

Assiminea grayana. [Greys kustslakje]

Levend in het slik......
...... of drijvend op een rietstengel in het water.
Dit slakje is zeer zeldzaam die je alleen in Zeeland en in Noord Groningen kunt vinden. Hij is voor het eerst door ons bij Nieuwe Statenzijl gevonden 3 oktober 1989. De zeldzaamheid van dit slakje is "betrekkelijk" als je de aantallen zult zien in het slik. Ze komen met 100.000-den voor tussen het organische afval, onder stenen en langs rietstengels in het gebied. Eind september heb je de meeste kans om hem te vinden. Soms leven er 2500-3000 exx. op een vierkante meter slik. Deze meting is gebaseerd op een telling van 11-08-2002, op het Groot Buitenschoon, gelegen bij de Pas van Rilland, in Zeeland. Deze aantallen komen ook bij Nieuwe Statenzijl voor. Recente tellingen hebben dat aangetoond.
Kruipend langs rietstengels.
Het leefgebied van dit wadslakje ligt onder de gemiddelde waterlijn die elke 12 uur wordt overstroomd. Ze leven in de bovenste sliklaag en het laagste deel van de slikvelden, waar ze met hun radule [=rasptong} het slik omwoelen op zoek naar iets eetbaars, voornamenlijk kiezelwieren of diatomeeen en detritus [= in de biologie het verzamelen van niet levend, organisch materiaal].
Bijzondere strategie.
Omdat het slakje om de 12 uur wordt geconfronteerd met hoog water, heeft het diertje een bijzondere strategie ontwikkeld. Wanneer het tij opkomt maakt het slakje een zgn. "slijmbelletje" aan de onderkant van de schelp, waarmee hij dan ondersteboven aan de oppervlakte van het water met de wind en de golven meedrijft.
Het Grey's kustslakje is tolvormig en wordt max. 4 mm lang en 2 mm breed. Het huisje van een volwassen slakje heeft 5-6 windingen.
Op en/of onder stenen.
Vandaag 27 september 2012 heb ik weer enkele duizenden verzameld en meegenomen naar huis, om ze daar uit het slik te spoelen. Daarna een dag [24uur] in de alcohol laten staan, om ze dan te drogen en te bewaren in glazen buisjes met een vindplaats etiket.

zondag 23 september 2012

Goudhaan. [Regulus regulus]

Goudhaan. (Regulus regulus) in de Eemshaven.
Met zijn lengte van 8 1/2 tot 9 1/2 cm is de Goudhaan de kleinste vogel van Europa. Ik vind het een naam van niks. Bij de naam "goudhaan" denk ik minstens in de grootte van een kip. Vroeger had hij de meer toepasselijke naam van "GoudhaanTJE"
Het is een gedeeltelijke trekvogel. Dat wik zeggen dat een deel van onze vogels naar het zuiden trekt en dat een gedeelte van de Scandinavische populatie naar onze regionen komt. De vogel is niet schuw en trekt vaak mee in groepen mezen, maar ook in groepen van de eigen soort. Het aantal vogels in zo´n groep bedraagt 3 tot 10 exeplaren. Ze trekken langs de kustlijn en foerageren dan vooral in dichte struiken, als lage dennen en meidoorns. De Goudhaan is zeer beweeglijk tijdens het voedsel zoeken en daardoor ook moeilijker te fotograferen. Toch is het mij gisteren, met heel veel geduld, gelukt.
Goudhaan. (Regulus regulus)
Zeer kenmerkend voor de Goudhaan is de fel gele kruinstreep en de lichte oogring. De bovenzijde is lichtgroen en de onderzijde vuilwit. Het geluid is een zeer hoog `zrie-zrie-zrie`. Dit geluid wordt 3-4 keer achter elkaar herhaald.
In de trekkende groepen Goudhanen komen soms nog twee andere soorten voor, nl. de Vuurgoudhaan (Regulus ignicapillus) en de Bladkoning  (Phyloscopus inornatus). De belangrijkste kenmerken van een Vuurgoudhaan ten opzichte van een Goudhaan is de zwarte oogstreep en de brede, witte wenkbrauwstreep. De Bladkoning mist de brede, witte wenkbrauwstreep, de gele, met zwart afgezette kruinstreep en de lichte oogring. Alle drie de soorten zijn leuke waarnemingen.

maandag 10 september 2012

Koekoek. [Cuculus canorus]

Koekoek bij Nieuwe Statenzijl.
Net terug van vakantie en nog geen tijd gehad om een nieuw verhaal te schrijven. Vlak voor ons vertrek zag ik een adulte Koekoek in de buurt van Nieuwe Statenzijl. Eerst dacht ik aan een roofvogel, maar toen hij zijn kop omdraaide, was mijn dag goed. Het hele jaar had ik al uit zitten kijken naar een gelegenheid om een goede foto van een Koekoek te maken. Dat is dan nu dus gelukt.
De Koekoek is in Nederland en W-Europa een zomervogel. Ze broeden niet zelf, maar leggen hun eieren in het nest van een zgn "waardvogel". Waardvogels zijn o.a. Rietzanger, Tuinfluiter, Gekraagde roodstaart, maar de favoriete soorten zijn Heggenmus en Kleine karekiet.
Koekoek.
De koekoek overwinterd in Afrika, ten zuiden van de evenaar, waarbij hij de voorkeur geeft aan savannegebieden met waterpartijen. Vanaf augustus beginnen de vogels met hun trek. De jonge vogels [1e Kj.] gaan het eerst weg terwijl de oudere vogels tot in begin september wegtrekken. Op trek naar hun winterkwartier leggen de vogel grote afstanden af en vliegen zo'n 50 Km per dag, richting het zuiden.

donderdag 16 augustus 2012

De Grote stern [Thalasseus sandvicensis].

Deze week is er veel trek van de Grote sterns langs de Nederlandse kust. Zo ook bij Delfzijl. Er worden groepen gezien van 100 -150 vogels. Vandaar nu wat aandacht voor deze slanke zeevogel.
Grote stern op trek langs de kust.
Grote sterns rustend op het strand.
Inclusief de verlengde staartpennen heeft deze sternsoort een lengte van 38-44 cm. met zijn spanwijdte van ongeveer 91-97 cm, behoort hij tot de grotere sternsoorten. Alleen de Reuzenstern [Sterna caspia] heeft een  grotere spanwijdte [tot 111cm]. Opvallend is de ruige, zwarte kuif en de forse, gelijkmatig dunner wordende snavel met een gele punt. De Grote stern broedt in, soms grote kolonies, op hooggelegen zandplaten, zoals bv Griend, en op eilanden omgeven door zout en zoet water. Het legsel bestaat uit 2 soms 3 eieren. Het nest bestaat uit een ondiep kuiltje in het zand, die bekleedt is met wat schelpmateriaal.
Het is een zomergast van maart tot oktober en overwinterd in Zuid Europa en Afrika, langs de Middellandse zeekust. Tijdens de trek wordt de kustlijn van de Atlantische Oceaan gevolgd. Zelden zie je de vogel in het binnenland.
Adulte Grote stern.
Hun voedsel bestaat in hoofdzaak uit zeevis, die met stormachtig weer door grote luidruchtige, groepen vogels in de branding wordt gevangen. Met name Spiering staat hoog op de voedsellijst.
De volwassen vogels hebben lichtgrijze vleugels en de bovendelen zijn ook grijs, terwijl de borst, onderkant en stuit, wit zijn.De slagpennen zijn donkerder grijs als de vleugels en ook heeft hij zwarte poten met zwemvliezen. Het winterkleed onderschiedt zich door een lichtere voorhoofd en ook de zwarte, ruige kuif is minder lang. De 1e jaars vogels zijn op de rug en vleugels bruin geschubt en de snavel is helemaal zwart.
Adulte en juveniele Grote stern.
In 2012 zijn 400 jonge vogels geringd, in het natuurgebied De Scheelhoek, met een blauwe kleurring om de rechterpoot. De blauwe ringcode begint altijd met een "N" gevolgd door een letter/cijfer combinatie. Aan de andere poot zit een metalen ring. Afgelezen ringen kunnen worden doorgegeven aan:  pim.wolf@gmail.com
Zelf heb ik mijn eerste kleurring afgelezen op de Schermdijk in Delfzijl, op 14 augustus 2012 en wel:
Blauw NZ7
Deze vogel is op 19 juni 2012 als bijna vliegvlug jong geringd op de Scheelhoekeilanden, nabij Stellendam, Zuid Holland.


Grote stern met een forse Spiering.


woensdag 8 augustus 2012

Roerdomp. [Botaurus stellarus]

Roerdomp, maken dat je wegkomt.
Roerdomp Met "gedraaide paalhouding".
Vanmorgen wilde mijn kleinzoon Jari, van 6 jaar, met mij op "vogelavontuur". Zonder al te hoge verwachtingen ga je dan met de auto op weg. In dit geval naar Tetjehorn, bij het Schildmeer. Goed en wel op de Grauwedijk riep hij: "Opa, stop even, daar staat een Roerdomp". Eerst dacht ik van: " dat kan toch niet", maar dan realiseer je je dat het Schildmeer aan de andere kant van de weg ligt. In het voorjaar hoor ik er s'morgens en s'avonds regelmatig eentje roepen [hoempen], maar dan zie je ze niet en nu dus op klaar lichte dag wel en dat hij dan ook nog een Gewone pad [Bufo bufo] vangt. Wat een toevalstreffer.                 SCHITTEREND!!!!!      Ik ben blij dat ik een beetje "Over alles wat leeft en bloeit en ons altijd weer boeit", door kan geven aan de jeugd.              Geniet maar van de foto's.
Roerdomp met een gevangen Gewone pad [Bufo bufo].
Roerdomp met pad, in close-up.

donderdag 2 augustus 2012

Parnassia palustris.

Plant met bloemen van de Parnassia palustris.
Deze bijzonder fraaie, vrijzeldzame, maar in Nederland toch een plaatselijk algemene plant groeit vooral op vochtige plaatsen. De Parnassia is een kruidachtig plantje uit de familie der Steenbreek-achtigen. Het meest bekend is het plantje van de vochtige duinpannetjes, doch het kan ook worden aangetroffen in vochtige heidestreken en bovendien groeit het plaatselijk vrij algemeen in de zogenoemde "blauwgraslanden", de onbemeste graslanden. Ook langs het pad naar de vogelkijkhut van het Jaap Deensgat, in het Lauwersmeer, groeit en bloeit hij nu volop.

De bloemen.
Op het eerste gezicht maken de bloemen geen diepe indruk, doch ik zou u willen uitnodigen ze eens van dichterbij te bekijken. Dan zult u zien dat de bloemen een zeer merkwaardige bouw hebben. De bloem beschikt over vijf geaderde kroonbladeren en vijf bewimperde, onvruchtbare meeldraden en vijf gewone meeldraden, met in het midden de grote, opvallende stamper. Tussen de meeldraden en de kroonbladeren vinden we een vijftal merkwaardige organen. Deze maken de indruk van een rijk vertakte kandelaar en aan het uiteinde van elke vertakking zien we een fraai glanzend knopje zitten. De glans van deze knopjes is zo subliem, dat je haast zou geloven, dat ze vochtig zijn en dat ze honing produceren. Vroeger heeft men dit inderdaad zo gedacht, doch u kunt zelf makkelijk vaststellen, dat ze kurkdroog zijn en dat ze dus geen honing voortbrengen. Toch zien ze er op deze wijze aantrekkelijk uit voor insecten. De bloemstengels met elk Ć©Ć©n bloem, verheffen zich 15-20 cm boven de langstelige, hartvormige wortelbladeren. Al naar gelang de groeiontwikkeling wordt de plant zo'n 10-25 cm hoog en de bloeitijd is van juni-september.
Bloem met de "merkwaardige"organen.
In het verleden werd de plant gebruikt als, naar men zei, probaat middel tegen hartkloppingen, leverziekten en spijsverteringsproblemen. In wijn gekookte bladeren zouden nierstenen oplossen.

vrijdag 27 juli 2012

Trekbewegingen.

Lepelaars en Zwarte ruiters.
Het najaar nadert en voor de meeste vogels is het broedseizoen voorbij. Ze verlaten hun broedterritorium en groeperen zich in grote groepen op de weilanden, waterplassen en langs dijken.
Overzwaluwen.
De Lepelaars komen vooral vanaf de Waddeneilanden naar Polder Breebaart en daar treffen ze al de, soms duizenden, Zwarte ruiters aan. Deze vogels hebben al een heel eind geruid naar hun winterkleed en zijn dus niet meer zwart. Ook de duizenden Bonte strandlopers, met daartussen vaak een paar Krombekstrandlopers en Breedbekstrandlopers. Het hoogtepunt van de aantallen Bontestrandlopers, moet nog komen. Ik denk zo rond half tot eind augustus dat de gigantische zwermen van tienduizenden vogels er wel is, in Polder Breebaart. De grootste aantallen vogels zie je tijdens hoogwater. Je moet wel een goed vogelboek erbij pakken, om de verschillende strandlopers te herkennen, tenminste: ik wel.
Jonge Spreeuwen op de zeedijk.
De Oeverzwaluwen hebben ook dit jaar weer met een redelijk succes gebroed in de kleiwand van de oude "zwaaikom" in Polder Breebaart. Evenals de oude en jonge Spreeuwen, verzamelen ze zich ook langs de zeedijk. Door de aanwezige schapen, zijn er voldoende vliegjes om een flinke vetreserve op te bouwen voor de najaarstrek naar het zuiden.
Mannetje Valkparkiet.
Op de terugweg naar huis zag ik iets heel bizonders. Op het industrieterrein bij Akzo, liepen een Scholekster en een mannetje Valkparkiet, te foerageren langs de spoorlijn. Nadat ik de foto had gemaakt, vlogen ze gezamenlijk weg.

O ja, als je zeehonden van dichtbij wilt zien, moet je op de zeedijk, achter het kijkscherm, bij Polder Breebaart zijn. Afgelopen week lagen er een kleine 100 dieren.



Grauwe ganzen boven de polder.

vrijdag 6 juli 2012

Vakantie in Winterswijk.

De voormalige "wasserij" op de camping.
Dit jaar voor het eerst naar de Gelderse Achterhoek geweest. Via kennissen kwamen we terecht op de SVR-camping "Het Paardeweitje", net even ten noorden van Winterswijk. Vroeger was dit terrein een zgn. "bleekterrein" voor het bleken van katoenen en linnen stoffen van de textielindustrie in dit gebied. De contouren van de "spoelsloten" zijn nog in het gras te zien.
Het is een heerlijk rustige camping met 20 [25] ruime staanplaatsen en een goede uitvalsbasis voor de dagelijkse, fraaie fietstochten, die je hier dmv het "knooppunten-route" zelf kunt samenstellen. De natuur heb je rondom de camping en de 60-70 Huismussen zorgen voor de nodige drukte. Bij de camping lopen een 45-tal koeien en 7 paarden, want het is tevens een stalhouderij met koetsen. De vogels laten 's morgens al op tijd van zich horen, zo hoor je de Tjiftjaf, Heggenmus en Roodborst hun zang ten gehore brengen. Maar ook de Pauw-haan weet zijn aandacht te trekken en niet alleen met zijn prachtige veren.
Matkop.
De eerste maandag dat wij er waren, zagen we al de schuwe Groene specht vlak bij onze caravan. Een erg schuwe vogel en het is mij dan ook niet gelukt om hem te fotograferen. We hebben hem vaker gehoord dan gezien. Wij zagen in 2 weken 36 soorten vogels, waaronder: Matkop, IJsvogel en Staartmees, op de camping.
Ook de vlinders en andere insecten kregen onze aandacht. Zo zagen we Kleine vos, Dagpauwoog, Citroenvlinder, ed. maar ook de Glazenmaker en de Beekjuffer lieten zich zien.
Flamingo's bij Zwillbrocker Venn.
Een erg mooie fietstocht was die naar het natuurgebied Zwillbrocker Venn, net over de Duitse grens. Genietend van het afwisselend landschap kom je bij het natuurgebied "Zwillbrocker Venn, waar de noordelijkste en grootste in het wild levende Flamingo-kolonie zit. Enkele decennia geleden zijn hier zo'n 35-40 vogels neergestreken en sindsdien groeit de kolonie gestaag. De vogels worden gekleurringd met een rode ring, [ZW**] met inscriptie, zodat ze gemakkelijk kunnen worden afgelezen als ze ergens anders worden gezien, zoals een keer bij Hoeksmeer. Een mooi gebied, met een info-gebouw, koffie/fris, uitkijkposten en een uitkijktoren, precies op de grens van Nederland en Duitsland.
's Avonds na het eten gingen we nog even kijken bij de steengroeve, of we een glimp op konden vangen van de daar aanwezige Oehoe's. Na drie "mislukte" pogingen, was het de vierde keer raak. Het vrouwtje zat op zo'n 300 meter afstand van de kijkwand en enkele meters eronder zat 1 van de 2 jongen. Schitterend, daar geniet een natuurliefhebber van. Jammer dat het mannetje is overleden.
Gelukkig zijn er dit jaar weer 2 jongen groot geworden, die enigszins het "gat"opvullen, maar het blijft jammer. [Met dank aan de vrijwilligers voor de info]. Volgend jaar is het complete gezin misschien weer te zien op "Beleef de Lente".
Het Oehoe-vrouwtje in de avondzon.
Oehoe-jong in de groeve.
Na 18.00 uur heb je het mooiste zonlicht om de vogels te fotograferen. De groevewand geeft dan erg mooi licht en de vogels steken er mooi tegen af.