Totaal aantal pageviews

donderdag 19 september 2013

Herfst.

Gelderse roos
Deutsch: Herbst
English: Autumn
Dit is weer het jaargetijde van veel wind en regen, maar ook de tijd van de vogeltrek, waarin de vogels vanuit het noorden naar ons land komen en onze vogels wat zuidelijker gaan bivakeren.
Elk jaar keert dit fenomeen terug. De vele groene kleuren van de zomer, maken plaats voor de herfstkleuren: rood, geel, oranje en soms zwart. Aan de eens zo fraai bloeiende bomen en struiken hangen nu allerlei gekleurde vruchten en zaden. Deze zaden zullen worden gegeten door zoogdieren en vogels als: Merel, Spreeuw, Pestvogel, Kramsvogel en Koperwiek. Maar ze worden ook verspreidt door de wind. Denk eens aan de zaden van de Paardenbloem en de ragfijne zaden van de Wilg en de pluizen van de Iep.

Blauwe bladscheerder
Het is zeer raadzaam om de laaghangende bramen NIET te eten. Dit i.v.m. besmetting door de "Vossenlintworm".
Meidoorn
Sommige zaden en vruchten zijn te hard voor vele vogels maar worden dan door de Gaai, Eekhoorn en de Notenkraker gegeten. De Gaaien en Eekhoorns verzamelen de noten en vruchten in hun "wintervoorraadkast" door ze in de winter


Blauwe druif


weer op te zoeken en op te eten. Maar ook de Appelvink kan wel een nootje kraken. Het gaat hun niet om het vruchtvlees, maar om de harde pit.
De blauwe en witte druiven bij ons in de tuin, zijn zo zuur, dat ze alleen door de vogels worden gegeten.

Zo helpt de dierenwereld ongewild mee om de zaden van bomen en struiken te verplaatsen naar een andere plek. De onverteerbare zaden verlaten het lichaam via de ontlasting en zullen op een andere plek tot ontwikkeling komen.
Vuurrode heidelibel

zondag 1 september 2013

Knobbelzwanen ringen.

Knobbelzwaan: Cygnus olor
Deutsch: Höckerschwan, English: Whooperswan.
Sinds 1999 ben ik vrijwillig medewerker van de Zwanenwerkgroep Avifauna Groningen. Dat betekent dat ik dit jaar voor het 15e seizoen meehelp om de Knobbelzwanen in onze provincie te vangen en te ringen. In dit jaar ringden we een 100-tal
De Knobbelzwanen uit het Biessummerbos met 5 jongen.
zwanen ook nog met gele halsbanden.
Samen met ringer Jan Beekman, Henk Koffijberg, André Boven en ikzelf zijn we met in totaal 107 jaar vang- en ringervaring op pad gegaan. Om half 10 vertrokken we naar de eerste vangplek in Delfzijl. Ons eerste paar had nog slechts 1 grauw jong. Het 2e witte jong was nergens te vinden. Waarschijnlijk ligt die ergens dood.
Het tweede paar zat aan de |Zomerdijk in Heveskes/Oterdum. Deze familie, met 3 grauwe jongen had ik toevallig ontdekt tijdens een wandeling. Na deze ringsessie via Meedhuizen en Tjuchen reden we naar Appingedam. Het paartje met 4 jongen in Tjuchem zat midden in het Afwateringskanaal en niet te vangen. "Dat proberen we vanmiddag nog wel even weer" zei Jan Beekman. Het bekende paartje langs de Langerijp in Appingedam, had helaas geen jongen dit jaar. Henk heeft, met al zijn ervaring, nog geprobeerd om het vrouwtje met de hand te vangen, maar dat lukte niet.
Het toevallig gevonden paartje met 3 jongen.

Ik had het vermoeden dat het paartje uit het Biessummerbos was vertrokken in de richting van Marsum. Even een gesprekje met een plaatselijke boer leverde een bevestiging op van mijn vermoeden. Volgens de boer waren er 3 jongen. Toen we de familie zagen waren er nog 5 jongen van de 7 over. In elk geval nog 2 meer als de boer dacht.
Van Marsum naar Wirdum. Hier had ik afgelopen zondag nog 2 volwassen vogels in het weiland, langs een rietkraag, gezien. We vonden het paar met 1 groot jong langs de Bolhuislaan. Het paar had slechts 1 jong overgehouden van in totaal 7 jongen.
Henk kijkt even waar de zwanen zitten.
In het natuurgebied Hoeksmeer zat slechts 1 paartje zonder jongen. In de omgeving van Woudbloem was een paartje gezien met jongen. Dit paar zat op een grote plas en niet te vangen. Wel hebben we een ander paar gevonden met 3 jongen in de omgeving van het Riepmabos. Hier ook een Draaihals [Jynx torguilla].
Van het Riepmabos, inmiddels was het al 6 uur, nog even weer naar Tjuchem. En ja hoor ze zaten nu in een smalle sloot langs de Hoofdweg en heel makkelijk te vangen. Vorig jaar had dit paar nog 8 jongen, maar dit jaar maar 4.
Ringnummer 996N 996N, het oudste gevangen mannetje van deze dag.
Uit bovenstaande verhaal blijkt dus dat niet alle jongen groot worden en het aantal jongen per paar, per jaar, sterk verschilt.
Tegen 7 uur was ik  na een geweldige vang- en ringdag weer thuis.
TOT VOLGEND JAAR.